donderdag 13 september 2012

Sanoma/Geenstijl Auteursrecht en hyperlinks



In dit artikel bespreek ik een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam in een geschil tussen Sanoma en Geenstijl.nl. (www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BX7043). In mijn ogen gaat de Rechtbank Amsterdam hier (onbedoeld) in de fout.


De rechtbank rekent Geenstijl aan dat zij een hyperlink hebben geplaatst naar een onvindbaar bestand op internet met daarop de (toen) nog ongepubliceerde blootfoto's van Britt Dekker. Geenstijl gilt moord en brand. Is dat terecht? Het bestand was door Playboy op de site filefactory geplaatst teneinde de bestanden intern online te kunnen delen. De toegang tot het bestand is niet versleuteld. Sanoma stelt dat het gebruik van een link waaruit, voor een buitenstaander, niet is te herleiden dat het om Playboy foto’s gaat, moet worden gezien als een sleutel. Het standpunt van Sanoma  (zoals opgenomen in het vonnis) “De foto’s zaten achter slot en grendel en de sleutel tot het bestand was de hyperlink die op Geenstijl.nl stond.” De rechtbank volgt dat standpunt in mijn ogen ten onrechte. Van belang is nog dat de link is gelekt naar Geenstijl, waarschijnlijk door een medewerker van Sanoma.

Ik zal u een voorbeeld geven uit de “analoge” wereld. Stel we zien de hyperlink als (afschrift van) een manuscript van een boek dat een auteur ergens ter wereld op een openbare plaats laat liggen. Laten we zeggen in een boekenkast van een hotel. Een medewerker van de auteur weet dit en vertelt het tegen een journalist van de krant inclusief de plank waar het boek op staat en hoeveel boeken er nog links naast staan. Deze journalist vindt dat boek op de aangewezen (openbare) plaats. Hij krijgt toegang zonder een slot of andere beveiliging te hoeven forceren. De journalist laat het boek liggen maar hij vindt het nieuwswaardig dat het manuscript van dit boek zomaar ergens ligt en publiceert de exacte vindplaats in de krant. Vervolgens gaan lezers van de krant naar het hotel en vinden daar het boek. Als de auteur het boek weg laat halen schrijft een lezer in een ingezonden brief aan de krant dat het boek ook in een ander hotel ligt etc. In hoeverre is het de journalist (en zijn werkgever) aan te rekenen dat hij verteld wat hij heeft gezien  en waar hij dit heeft gezien.

De rechtbank overweegt onder meer dat de reportage (nog) niet voor het publiek toegankelijk en vindbaar was. Dit is onjuist. De vindbaarheid was inderdaad niet groot, maar omdat de bestanden niet versleuteld waren was de reportage wel degelijk toegankelijk. Een URL is geen sleutel. Vraag dat maar aan banken die veel geld uitgeven aan online security van hun internetbankiersystemen.

De rechter rekent Geenstijl nog aan dat zij ondanks een voor publicatie gedaan verzoek/sommatie niet te linken, dit toch heeft gedaan. Had het niet op de weg van Sanoma gelegen de bestanden te verwijderen, Geenstijl had de reportage immers niet in bezit. Sanoma had daarentegen de mogelijkheid de reportage van internet te halen. Dit heeft zij niet gedaan.

Dat Geenstijl bezoekers trekt met het verhaal en daar dus geld aan verdiend is zonder meer waar en ook is misschien waar dat door publicatie een nieuw publiek is getrokken. Maar is dat niet de essentie van journalistiek? Is het niet gewoon “een beetje dom” van Sanoma om een reportage, waar (veel) geld aan verdiend moet worden, onversleuteld op internet te zetten in plaats van de bestanden te delen op een afgesloten intern netwerk?

In mijn ogen gaat de rechter met dit vonnis de mist in. Ik ben benieuwd of hoger beroep nog zal volgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten